3 do’s en 3 don'ts voor beleidscommunicatie rond gedragsverandering

Door onze focus op betekenisvolle projecten krijgen we soms de opdracht om communicatiecampagnes te creëren die mensen moeten aanzetten tot een specifiek gedrag. Dikwijls maken we die campagnes in opdracht van overheden, steden en gemeenten en middenveldspelers die naast een creatieve insteek vooral op zoek zijn naar een partner die samen met hen hun doelgroep aanzet tot een verandering.

Zo maakten we campagnes voor de Vlaamse overheid om jongeren aan te zetten tot een bewuste studiekeuze voor duaal leren. En hielpen we Intercommunale Durme-Moervaart bij het verkleinen van de afvalberg van de inwoners uit de regio. Dankzij onze concrete ervaringen en resultaten weten we dus het één en ander over gedragsverandering, oftewel nudging. Daarom geven we graag 3 do’s én 3 don'ts mee.

Do 1: Gericht communiceren

Wil je iemands gedrag veranderen, dan heeft het geen zin om aan massacommunicatie te doen. Wil je jongeren bereiken, dan heeft een affiche op straat veel minder effect dan een belevingsspel op school. Massacommunicatie, dat is als 5 stukken fruit naar iemand werpen en hopen dat hij er één van opvangt. En als hij die al vangt, hopen dat het net dát stuk fruit is dat hij lust. Zo werkt het niet: we moeten nagaan hoe onze doelgroep het liefst bereikt wordt, en welke communicatiemiddelen ze vanzelf al consumeert.

Do 2: Meer dan informeren alleen

Naast informeren is het ook zeer belangrijk om in te zetten op de motivatie, ondersteuning en beleving van het gewenste gedrag. Mensen alleen maar duidelijk maken dat ze de mogelijkheid hebben om het gedrag te stellen, is zelden voldoende. We denken nu eenmaal voor 80% emotioneel, en niet rationeel. Die emoties worden onder andere beïnvloed door onze motivatie en eerdere ervaringen. Daarom is het slim om bijvoorbeeld door gamification het gewenste gedrag te stimuleren en mensen te laten proeven van het wensgedrag. Maar ook ondersteuningsmaatregelen zoals een aangepast beleid of meer “hulp buttons” zorgen ervoor dat we het wensgedrag sneller stellen. Die hulp buttons kunnen allerlei invullingen hebben, van een duidelijke handleiding tot het voorzien van begeleiders die vragen kunnen beantwoorden.

Do 3: Ken je doelgroep

Bij Billie Bonkers starten we altijd vanuit een onderzoek naar het publiek dat we willen bereiken. Dat kan door met hen in gesprek te gaan, door academisch onderzoek te voeren of door verschillende on- en offline bronnen te raadplegen.

Don’t 1: Sludge veroorzaken

Naast nudgen, kan je ook “sludgen”. Een sludge is een onnodig moeilijke keuze-architectuur die het je lastig maakt om een positief gedrag te stellen Denk maar aan de rompslomp die soms nodig is om een subsidie aan te vragen. Soms veroorzaken we als communicatie-experten sludge door niet helder te communiceren of op de verkeerde manier te ondersteunen. We moeten dus altijd kritisch blijven bij het uitwerken van ons communicatieplan.

Don’t 2: Onrealistisch budget voorzien

Gedragsverandering is een duurzaam langetermijntraject. Met een laag budget bereik je zelden gedragsverandering. Om echt duurzame gedragsverandering te bekomen, moet je op diverse (communicatie-)middelen, belevings- en ondersteuningsmaatregelen inzetten. En dat kost tijd en geld.

Don’t 3: Snelle oplossing i.p.v. trage opbouw

Gedragsverandering gaat niet vanzelf. Het is belangrijk om de ingrepen niet na één campagneperiode te laten eindigen, want dan zal ook het effect van de campagne verdwijnen. Het veranderen van iemands gedrag vraagt veel herhaling, gespreid over een lange periode. Onmiddellijke effecten zijn soms mogelijk, maar blijven vaker uit. Als we ze wel zien, gebeurt het vaak dat ze verdwijnen na het beëindigen van de campagneperiode.

Meer weten over gedragsverandering via publieke campagnes? Op zoek naar een partner om aan nudging te doen? Contacteer ons via de knop hieronder voor een vrijblijvend gesprek.


Gerelateerd